Voor loodloketten en spouwlood passen wij bij voorkeur volgens het bouwbesluit 20 ponds bladlood toe. Daarmee volgen wij eisen van het bouwbesluit en zijn de lokketen beschermd tegen opwaaien en gaan een leven lang mee. Uiteraard kan 18 ponds ook geleverd worden en in loodvervanger. Met ons maatwerk programma kunt u eenvoudig uw gegevens invoeren en een opdracht geven daarna sturen wij een bevestiging met tekening. Ook kunt u een offerte aanvragen met ons programma .
Geschiedenis
Lood was reeds in de Oudheid bekend. De Egyptenaren zouden overwonnen volkeren in Azië hebben verplicht de oorlogsschatting te voldoen in lood. Volgens afbeeldingen in de tempel van Ramses III zou het door farao Thoetmosis III als oorlogsbuit bemachtigde lood tot langwerpige platen zijn verwerkt en gebruikt als dakbedekking. Ook voor de in de 6e eeuw v. Chr. gemaakte vloeren van de hangende tuinen van Babylon zijn loden platen gebruikt. De Romeinen produceerden tot 80.000 ton per jaar en gebruikten het metaal onder meer voor waterleidingen en dakbedekking.
Het gebruik van bladlood op daken kwam in Nederland pas in het begin van de 16e eeuw in gebruik, nadat men in staat was redelijk dunne platen te gieten. Uit deze tijd dateren ook de met lood omklede opengewerkte torenspitsen.
Eigenschappen
Lood krijgt in de buitenlucht een beschermende oxidehuid - ook wel patina genoemd - met een blauwgrijze of zilvergrijze kleur. De oxidelaag die wordt gevormd is in eerste instantie oplosbaar, maar binnen enkele dagen ontstaat een goed hechtende onoplosbare laag.
Zacht metaal
Lood is een van de zachtste metalen. De treksterkte is relatief laag, het is gemakkelijk vervormbaar en zeer gevoelig voor kruip. Zo vervormt het onder invloed van het eigen gewicht. Bladlood voor de bouw bevat legeringselementen en heeft een fijnere korrelstructuur. De mechanische eigenschappen, zoals treksterkte en kruipgrens, zijn daardoor verbeterd ten opzichte van zuiver lood. Toch zijn treksterkte en kruipgrens ten opzichte van andere metalen, zoals zink en koper, relatief laag.
Isotroop
Bladlood gedraagt zich isotroop, wat wil zeggen dat de eigenschappen in alle richting gelijk zijn. Je kunt het dus in elke richting vervormen, buigen en uitdrijven, zonder dat je rekening hoeft te houden met een zogenoemde vezelstructuur.
Grote thermische uitzettingscoëfficiënt
Men moet wel rekening houden met de grote thermische uitzettingscoëfficiënt van 0,03 mm/m°C. Zo is 1 m lood op een warme zomerdag 3,0 mm langer dan op een koude winterdag. Je mag lood niet onder de 5°C verwerken. Bij dergelijke lage temperaturen is het materiaal tijdens het verwerken gevoeliger voor scheurvorming. Wanneer het bij lage temperaturen is aangebracht, is de kans bovendien groter dat bij hogere temperaturen schade ontstaat door thermische werking.
Maatvoering
De maatvoering van lood is in de loop der tijd enigszins gewijzigd. Lood werd aan het begin van de 19e eeuw geleverd in rollen van 7 à 8 m. De breedte bedroeg 1,26 tot 1,62 m, soms ook wel 1,88 m. In de loop der tijd is de lengte door wijzigingen in het productieproces groter geworden, terwijl de breedte redelijk constant bleef. In 1950 bedroeg de standaardbreedte 1 m, maar een breedte van 2 m was nog mogelijk.
Dikte
Bij het huidige productieproces van het gewalste lood wordt de lengte eigenlijk alleen beperkt door de maximale maat die bij het walsen te verkrijgen is uit één blok lood, en is de lengte dus afhankelijk van de dikte van het lood. De lengte is gemaximaliseerd tot 50 kg per rol. De huidige standaardbreedte is 1 m.